Niet bekend Details Over greenleaff
Niet bekend Details Over greenleaff
Blog Article
Tot 1900 had dit Snekers een echt prestige: ook een maatschappelijke bovenlaag sprak Snekers. Buiten Holland was dit aantal sprekers betreffende Standaard Nederlands nog bijzonder beperkt. Net ingeval in Vlaanderen tot ver na een oorlog het geval was, sprak een ieder thuis alsnog dialect.
Facsimile-weergave aangaande dit Hebban olla vogala fragment. Iemand dateerbaar fragment in het Nederlands is ons regeltje tekst uit 1130 dat tot uw beschikking werd in dit evangeliarium betreffende Munsterbilzen, daterend aangaande een 9de eeuw.
Het gaat op deze plaats teneinde dialecten met dit Nederlands, in dit verleden verbonden met en / of nog direct grenzend juiste stam- ofwel kerngebied over dit Nederlands, welke meteen krachtig tussen kracht ogen betreffende een overige cultuurtaal dan het Nederlands.
Daar was toentertijd nog geen standaardtaal, doch al die Middelnederlandse dialecten waren vermoedelijk in verdere of mindere mate wederzijds verstaanbaar. Een spelling van het Middelnederlands volgde de spreektaal, die ieder regio sterk kon verschillen. Dit was aanvankelijk niet zo essentieel destijds daar alsnog gering in een volkstaal op schrift werden gesteld en een meeste personen, behalve een hogere geestelijke stand, verder analfabeet waren en daar dus niet veel gelezen werd.
In het gebied rond Kleef bezit de taal dit het langst uitgehouden, totdat dit zich om 1900 economisch op het Ruhrgebied ging richten. Lange tijd zou dit onder Nederlandse taalkundigen gebruikelijk blijven een Nederrijn indien deel over dit Nederlandse taalgebied te bemerken. Daar liggen meerdere dorpen en steden betreffende Nederlands aandoende, aangezien Nederfrankische, namen. Veel posten beschikken over ook een Nederlandse als Duitse benaming.
Leerlingen in Wallonië mogen hun tweede taal vrij kiezen. In de Brusselse scholen kan zijn er nauwelijks vrije selectie en kan zijn een verschillende landstaal verplicht de tweede taal. Voor heel wat Franstaligen is dit Nederlands dan ook de tweede taal, zeker blijft het spreken van Nederlands voor heel wat Franstaligen zelfs na jaren onderwijs, alsnog steeds ons heuse opgave.
Uiteindelijk gaf een Staten-Generaal opdracht om een Bijbel vanuit de grondtekst te vertalen. Het resulteerde in 1637 in ons vertaling welke bekend werden indien een Statenvertaling. Voor die vertaling werden een gulden middenweg gezocht tussen al die bestaande streektalen van het Nederlandse taalgebied. Basis vormen een Frankische dialecten over de gewesten Holland en Brabant. Saksische elementen zijn vooral een werkwoordsvormen op -acht (bracht, gebracht; dacht, gedacht) en dit wederkerend voornaamwoord zich. Een derde grote taal/dialectgroep in de Lage Landen, het Fries, het immers een persoonlijk taal more info vormt, heeft voor de ontwikkeling betreffende dit Standaardnederlands vrijwel geen rol gespeeld. Een vertalers hebben betreffende de Statenbijbel ettelijke woorden en weetjes (neologismen) geschapen die tevens vandaag de dag alsnog worden aangewend. Daar zijn tot op heden enige kerkgenootschappen welke deze vertaling alsnog altijd in hun kerkdiensten gebruiken.
Ofschoon een vastgelegde spelling in zowel Holland indien Vlaanderen louter verplicht is voor overheid en onderwijs melden veel taalgebruikers daar de voorkeur met haar tevens te volgen.
Het oudste in het Nederlands geschreven boek het momenteel vertrouwd kan zijn, kan zijn dit handschrift aangaande de Wachtendonckse Psalmen, zo genoemd naar een Luikse kanunnik Arnold Wachtendonck, welke het in de 16e eeuw in bezit had. In 1591 dateerde Justus Lipsius het op omstreeks 900. Dit boek kan zijn overgeleverd in een uiterlijk met ons gedeeltelijke kopie; na Lipsius kan zijn het nooit meer teruggezien. Dit kan zijn vermoedelijk voortkomen in een regio daar waar het zich 700 jaar later nog continue bevond: in dit Nederlandstalig deel betreffende dit prinsbisdom Luik, mogelijkerwijs in de Abdij betreffende Munsterbilzen, een adellijk stift, waaraan Wachtendonck ingeval rector aangevoegd was.
Omdat een Nederlanders de ganse aardbol afvoeren teneinde koloniën te stichten en handel te drijven ontstonden er vereenvoudigde vormen met het Nederlands en een mengelmoes met Nederlandse dialecten (vooral het Zeeuws en Hollands) en inheemse talen.
Rond 1500 kwam daar ons streven op gang teneinde ons algemene schrijftaal te ontwikkelen die in ruimere gebieden bruikbaar kon bestaan via meerdere regionale elementen in zich te verenigen. Dat was ook een behoefte vanuit een centralisering over dit bestuur bij het Bourgondische hertogschap dat zijn gezag vanuit Brussel aan een gehele Nederlanden wilde uitbouwen, een streven waarin keizer Karel V ten slotte ook zou slagen.
Wel golden er strikte beperkingen: een Nederlanders zouden op Dejima kunnen wonen en hun contacten betreffende de Japanners werden tot dit strikt noodzakelijke beperkt.
Zie nader Nederlands in een IJsselmeerpolders. In dit noorden en dan met name in en rond Urk wordt er aangaande oudsher alang een dialect aangaande het Nedersaksisch gesproken.
De grens tussen dialect en taal is voor dit West-Germaanse taalgebied, zeker ook voor Nederland en Vlaanderen, bijzonder problematisch. Voorzichtigheid kan zijn dus geboden bij het toepassen aangaande het kaartje, daar de meeste taalgrenzen welke erop staan aangegeven vloeiend en vaag bestaan en niet door al die taalkundigen worden onderschreven (in het speciaal een grenzen over dit Limburgs en het Nedersaksisch niet).